De museumzaal start als een White Cube

 


'One and three chairs' Joseph Kosuth (1965)

Dit werk bestaat uit een houten stoel, een foto van een stoel en de 'stoel uit het woordenboek'. Kosuth laat 3 niveau's zien waarop we ons een beeld van een stoel kunnen vormen: de tastbare werkelijkheid, de afbeelding en de taal.


'One and four Chairs' Jacqueline Heerema (2001)

Waar Kosuth de stoel had gereduceerd tot emotieloze waargave van werkelijkheid, de taal en de afbeelding voeg ik de zeer persoonlijke en anekdotische ´4e stoel van de herinnering´ toe.


L'Entrée de l'exposition' Marcel Broodthaers (1974)

'De transformatie van kunst in handelswaar en de macht van het museum om aan een object de waarde van kunstwerk toe te kennen zijn belangrijke thema’s in het werk van Broodthaers. Volgens Marcel Broodthaers was de context voor het kunstwerk allesbepalend en was er aan dit mechanisme geen ontsnappen mogelijk. Vanaf 1974 ontstaan er een reeks overzichtstentoonstellingen rond het begrip decor. In deze exposities beproefde Broodthaers met oude en nieuwe werken steeds wijzigende opstellingen. Hij legde daarmee de contextuele afhankelijkheid van betekenissen bloot.'

(collectie Bonnefanten, Maastricht)


geënsceneerd beeld van 'afdruk van afwezigheid' op het affiche

concept Jacqueline Heerema, beeld Duel/Heerema


afdruk van afwezigheid bij de schenker thuis

Bijzonder aan de Wonderkamer is dat de schenkers werkelijk afstand doen van hun object: er ontstaat thuis een afdruk van afwezigheid. Ik vraag de schenkers of we die plek mogen fotograferen.

Eén van de schenkers maakt zelf foto's van de 'afdruk van afwezigheid' bij hem thuis. Hij geeft 3 foto's: let op, hoe hij het beeld manipuleert!

De 1e foto is een gewone registratie van de plaats waar het geschonken voorwerp lag. Op de 2e foto heeft hij de blauwe tas weggehaald en een (2e) tennisracket in beeld geplaatst (het geschonken object is een ander tennisracket). Op de 3e foto zoomt hij in.


1e fase: het naakte object


het naakte object


fotoatelier met Eric van Straaten


registratie atelier met Kirsten de Vries

registratielabel:

4265

Verlichting

Lamp

Spaarlamp



Kijken met K.Schippers naar het naakte object:

'De objecten hebben nog geen taal'

'Je hebt de dingen niet nodig

Om te kunnen zien

De dingen hebben jou nodig

Om gezien te worden'

(uit: Liefdesgedicht, Een vis zwemt in zijn taalgebied, 1976)


'Clef des Songes' van Magritte (1930)

Magritte verbreekt de vanzelfsprekende relatie tussen voorwerp (beeld) en betekenis (taal).


Geschiedvervalsing met Sjaak Langenberg

'Metalen blikjes doen er anderhalf tot vijftig jaar over om te verdwijnen.

Plastic frisdrankflesjes zijn in de schaduw na tien jaar vergaan en in de zon na vijf jaar.

Het polystyreen patatbakje voor de deur van SnackbarHap Snap in Zoetermeer zal iedereen overleven.'

toegevoegde collectie 'lost and found'door Sjaak Langenberg:

registratielabels:

4287.1

Kunstvoorwerp

Assemblage

t/m

4287.15

Kunstvoorwerp

Assemblage


Mijn 'lost en found collectie', gevonden in de Efteling: de kauwgom die bezoekers aan een attractie aan de wand plakken.


2e fase: het sprekende object


Spaarlamp

4265

1970

Mohamed Barzndji

64

14

het sprekende object :

"Het is een soort spaarlamp. Het is vroeger gebruikt. Ik vind het een heel bijzondere vorm, van de jaren '70. Ik heb het cadeau gekregen in 1995. Ik heb hem meer dan 5 jaar gebruikt. Ik kreeg hem toen ik in Zoetermaar kwam wonen. '


Kijken en beschrijven met André Koch:

'Zo had ik nog nooit iemand naar een baksteen zien kijken.'

Gekleurd verhaal:

'Ultralamp.

.....Dit is een voorwerp van moderne archeologie, in deze vorm bestaat de spaarlamp intussen niet meer, waardoor deze 'ultra' al weer verzonken erfgoed dreigt te worden.'


'Zoetermeer als 'terra incognita', als onontgonnen terrein' door Adriaan Nette: 'Door wat we zien, zien we wat ontbreekt'.

'De geest van het subject lijkt zich te kunnen verbinden aan de materie van het object; we noemen dit het verhaal achter het voorwerp.'


De noodzaak van gekoesterde dingen tijdens de masterclass Lief Ding door Ann Meskens

'Le mot use la pensée' Eugène Ionesco


Over gekoesterde dingen: 'The Boarders' (1973) door Annette Messager:

'Annette Messager schept platgereden vogeltjes van de straat en trekt ze wollen truitjes aan. Ze is bang dat ze anders kou vatten. En als je nu eenmaal meer dan vijf dooie vogeltjes in wollen truitjes in huis hebt noemt men dat al snel een verzameling.'

( Yasmine Ostendorf in Mister Motley)



Peter van Mensch, museoloog over Wat is een object?

'Een tijger in een museum is een tijger in een museum en geen tijger'.

 

Joseph Beuys, I like America and America likes me, 1974:

‘Beuys’s most famous Action took place in May 1974, when he spent three days in a room with a coyote. After flying into New York, he was swathed in felt and loaded into an ambulance, then driven to the gallery where the Action took place, without having once touched American soil. As Beuys later explained: ‘I wanted to isolate myself, insulate myself, see nothing of America other than the coyote.’ The title of the work is filled with irony. Beuys opposed American military actions in Vietnam, and his work as an artist was a challenge to the hegemony of American art.’


Tessa Luger en Arjen Kok (ICN) over waarde en waardering:

‘Het museum in Zoetermeer heeft er in drie maanden 100 conservatoren bij gekregen. Het is de uitdaging om zoveel deskundigheid voor Zoetermeer vast te houden en uit te breiden.’

waardematrix:

Erflater: Mw de Putter

Erfgenaam: Arjen Kok

Lino clubgebouw
Historische waarde 1/9
Artistieke waarde 9/1
Presentatiewaarde 0
Wetenschappelijke waarde 0

toegevoegde kernwaarde:                       

de pioniersgeest van de vroege    

settlers in new town Zoetermeer: 10


3e fase: object speeddaten


'slow view' tijdens het objectspeeddaten met Ton of Holland:

'Een mug is net zo interessant als een olifant'.

29032009: 14.30

Licht, schaduw of bijvoorbeeld de onderkant van een voorwerp leren je anders kijken naar voorwerpen.

Hans Theys (schrijver/curator/vormgever) over Marcel Broodthaers: 'Looking from the wrong way'. Tijdens zijn lezing in de DCR verhaalt hij over de annexatie van het zien van dagelijkse voorwerpen door kunstenaars. Hij beschrijft de wijze waarop door het samenbrengen van werken van Broodthaers in 1 ruimte elk werk verwanten krijgt. Door combinaties van beeld met taal, kunsthistorische verwijzingen en politieke ladingen ontstaat een gelaagde benadering van de werkelijkheid die op het 1e oog er heel eenvoudig uitziet. Doordat soms kleine dingen verschillen gaat het beeld 'trillen'. Er ontstaat 'een oorverdovend geritsel van verbindingen tussen de werken.' Hans pleit ervoor om verbanden zien of, zoals hij het noemt 'constellaties' zien.

www.hanstheys.be

Daniel Spoerri (1930) tekende met ‘Topographie Anécdotée du Hasard ' ‘(Anecdoted Topography of Chance') alle 80 objecten die zich op dat moment op zijn tafel bevonden op 17 oktober 1961 om 3.47 pm.
Elk object kreeg een nummer, een kleine omschrijving van het object en de herinneringen of associaties die het object opriep. De beschrijving gaf ook de mogelijke samenhang aan tusen verschillende objecten. Deze
‘kaart’ is meer als een verzameling toevallige voorwerpen, het geeft als geheel een beschrijving van zijn reizen, vriendschappen en artistieke ambities.


'Niemand is kunstenaar' volgens Marjan Teeuwen en ze vervolgt over Spinoza en het 'onmiddelijke weten': een alerte houding ontwikkelen. Vergeten en niet meer weten , waardoor je meer weet.

'Ze toont wat je ziet als je oog gedwaald heeft'.


'100 plaster surrogates' Allan McCollum (1982)

Sinds eind jaren zestig produceert Allan McCollum series unieke kunstvoorwerpen, die elk de filosofie van massaproductie verkennen. Elke reeks wordt doorheen de tijd steeds verder uitgebreid met ogenschijnlijk gelijke, maar bij nader inzien verschillende en unieke objecten. Cultureel geladen veronderstellingen over kunst vinden we in zijn werk vaak terug in de vorm van tegenstellingen: uniek versus reproductie, handenarbeid versus machinale productie. McCollum stelt het probleem van de originaliteit in het licht van de huidige massaproductie, wat hij ziet als een krachtige taal om onze gevoelens over onszelf in de maatschappij uit te drukken.
“Ik denk dat mensen in hun objecten uniciteit en zeldzaamheid verlangen voor heel eenvoudige, evidente psychologische redenen: omdat ze zichzelf ook willen omringen met voorwerpen die even zeldzaam en bijzonder en uniek zijn als ze zelf denken te zijn.”

(Mukha, Antwerpen)


4e fase: beyond the object



over identiteit en reconstructie van het verleden:

Christian Boltanski (1944) Diese Kinder suchen ihre Eltern (1993)


Verontrust door de gedachte hoe weinig er eigenlijk overblijft als iemand er niet meer is, houdt Boltanski zich bezig met de reconstructie van het verleden, van zichzelf en van anderen. Daarbij doet het er voor hem nauwelijks toe of deze herinneringen nu wel of niet op waarheid berusten.

(Depont, Tilburg)


Over mijn 'sidekick' met gloeilampen:

de meest intrigerende verzamelaar en verzameling die ik ooit ben tegengekomen waren de 'aangetikte' gloeilampen van Lampen Han.

’Lampen Han’ (Han Veendorp, Den Haag, .. - 1997) verzamelde kapotte gloeilampen en 'tikte' die weer aan: hij draaide de lamp in een vitting en schudde net zolang tot de kapotte gloeidraad weer verbinding maakte en aangloeide. Elke gloeilamp was daarna uniek. Hij bouwde met sigarendoosjes en de aangetikte lampen wonderlijke lichtobjecten die zijn hele huis vulden. Ik heb 1 van zijn lichtdoosjes, en ik kreeg een doos 'aangetikte' gloeilampen mee als reserve.


Het is een wonderlijke Wonderkamer!


Voor 120.793 inwoners betekent Zoetermeer 'thuis'.


3 kunstenaars over 'thuis':

Donald Rodney (1961-1998) maakte het werk ‘My Father, My Sister, My Brother’: een klein huisje gebouwd van zijn eigen huid. Rodney gebruikte autobiografie om grotere sociale en politieke kwesties uit te drukken
vanuit zijn perspectief van zwarte Britse man. Daarnaast spelen persoonlijke zaken als identiteit, familie en thuis een grote rol in zijn werk. Dit ‘huis’ symboliseert zijn kwetsbaarheid in zijn zieke lichaam.

Michael Landy (1963) bouwde met Semi-Detached - home front and home back (2004) een replica van het huis van zijn ouders voor Tate Britain. Zijn vader, een voormalige mijnwerker, kwam door een mijnongeval 25 jaar het huis bijna niet uit en verbouwde alles zelf. Landy toont deze sporen ondermeer door het huis is 2 delen te splitsen.

Rachel Whiteread (1963) maakte in 1993 de sculptuur ‘House’, een betonnen afdruk van het inwendige van een huis in een door afbraak en speculatie getroffen buurt. Het raakte, als symbool voor de vernietiging van het verleden, de ziel van de buurt. Het tijdelijke monument was een betekenisvolle plaatsvervanger van een alledaags voorwerp, waarbij datgene geaccentueerd wordt wat bij het ‘vertrouwde’ origineel nauwelijks opvalt: gevoelens, herinneringen, persoonlijke associaties en een archetypische relatie met het leven en de dood



| 2009 |

| reflecties over de Wonderkamer | 4289 | home |

| links |

www.ericvanstraaten.nl

www.erfgoedhuis-zh.nl

www.sjaaklangenberg.nl

www.adriaannette.nl

www.reinwardtacademie.nl

www.icn.nl

www.tonofholland.nl

www.kw14.nl

www.meertens.knaw.nl

www.birtheleemeijer.nl

www.newtowninsitute.org

www.timeamsterdam.com

Reflecties door Jacqueline Heerema, gastcurator van de Wonderkamer van Zoetermeer::

' We laden de objecten en de collectie met betekenis, de vraag is: met welke betekenis?'

Lees ook de inspiratienotitie:

Object > aureool > icoon?

Lees het artikel 'Wisselwerking tussen kunstenaar en context' dat Annelieke van Halen schreef voor het Domein voor Kunstkritiek.

Voedingsbodem voor de Wonderkamer is het kunstproject Museum Oostwijk dat van 2002 tot 2009 zich heeft gemanifesteerd in Vlaardingen.

Zie: http://www.jacquelineheerema.nl/overMuseumOostwijk.htm

en http://www.jacquelineheerema.nl/catalogusMO.htm:

transparante wereld:

Uit mijn onderzoek in 2005 naar het maatschappelijk, kunstinhoudelijk en wetenschappelijk draagvlak voor Museum Oostwijk is gebleken dat men op elk gebied bezig is greep te krijgen op onze complexe samenleving. Het verlangen naar (culturele) identiteit krijgt vorm in verschillende benaderingen, waarbij de wereld om ons heen wordt opgevat als een stelsel van mentale en fysieke lagen. Historische, culturele en andere lagen beïnvloeden ons ‘zijn’ en functioneren. Begrip en inzicht in deze ‘gelaagde wereld’ vergroot onze mogelijkheden om zelfstandig en waardevol te participeren in onze maatschappij.

Later ga ik nog in op de rol van publiek en publieksparticipatie nav het stuk van Wim de Jong, Tv-recensent op 31.12.08 in de Volkskrant: ‘ Zoals het pamperen van de gewone, ‘authentieke’ Nederlander in talloos veel programma’s de kijker eveneens het zicht heeft benomen op de kunstenaars, ondernemers, denkers en andere geleerden, aan wie je in vroeger tijden nog wel eens een heel tv-portret gewijd zag.’

Bijzonder aan het project is het gegeven dat de schenker van object + verhaal het in eigendom overdraagt aan het Stadsmuseum.

Het karakter van de bijeenkomsten is als een salon; dat doet me denken aan de Salon des Refusés, en objecten die je 'normaal' gesproken niet verwacht in een museum.

En de woorden die Anton Korteweg sprak bij zijn afscheid als directeur van Meermanno - Letterkundig Museum (Volkskrant 19.12.2008): 'Prachtig! Als zoiets binnenkomt, wordt het hier bewaard. Er moet een plaats zijn waar alles overblijft.'

Op 15 april wordt de Wonderkamer genoemd in de Volkskrant in het artikel 'Iedere Nederlander een culturele loopbaan', als voorbeeld op het terrein van erfgoed door Jan Jaap Knol, de nieuwe directeur van het Fonds voor Cultuurpartcipatie.

Eigenlijk ben ik het helemaal niet eens met dat fonds, alweer een topdown benadering van cultuur! En dan de uitspraak: 'Er zijn natuurlijk zat mensen die heel gelukkig zijn zonder kunst en cultuur'. Dat kan helemaal niet, je bent zelf cultuur. Dat zou hetzelfde zijn als ontkennen dat je moet drinken of eten om te overleven.

Lees hier het artikel.

sidekick

Een rode draad dwars door de Wonderkamer vormt voor mij de spaarlamp. Een spaarlamp zoals we die nu niet meer gebruiken. Opvallend is de vorm van de lamp, bijna zoals de gloeidraden van een gloeilamp. Blijven we bij het ontwikkelen van nieuwe producten niet vaak dicht bij het oude, ons bekende product? Is licht niet een essentie van thuis? De schenker vertelt mij later dat voor hem de spaarlamp 'welkom' betekende, toen hij de lamp kado kreeg bij aankomst in Zoetermeer uit een (cultureel) verwoest Irak.

In mijn werk figureert vaak de gloeilamp, vanwege zijn kwetsbare onverwoestbaarheid.

nog een sidekick

Na de lezingen door K.Schippers en Sjaak Langenberg vertelt een van de schenkers 'getroffen te zijn door een steen'. De steen is een van de objecten die is geschonken en staat boven op een plank in de Wonderkamer. Zij heeft niets meegekregen van de lezingen. Tijdens het atelier 'Kijken en beschrijven' kiest zij die steen. Kunsthistoricus André Koch zegt later:  'Zo had ik nog nooit iemand naar een baksteen zien kijken.'

De Wonderkamer van Zoetermeer

Kort samengevat gaat 'De Wonderkamer van Zoetermeer' over verlangen naar identiteit en roept vragen op naar een mogelijke constructie van identiteit. Kunnen ‘bewoners als bron’ een waardevolle bijdrage leveren aan kennis van en beeldvorming over de stad Zoetermeer? Welke rol hebben (of nemen) publiek, kunstenaars en wetenschappers in een museale context? Kan iedereen curator zijn? Kan een ‘spontane’ collectie een collectieve culturele identiteit weergeven?

De museumzaal start als een 'white cube': alle 86 geschonken voorwerpen worden geisoleerd gepresenteerd, ze hebben ieder een eigen (Ikea) wandplank of tafeltje. De keuze voor Ikea weerspiegelt de actieve verzamelperiode van massacultuur door het Stadmuseum. Tijdens het proces worden de voorwerpen verrijkt met verschillende betekenislagen. De inrichting van de museumzaal weerspiegelt dit proces.

Leidraad voor de inrichting vormen de werken 'One and three chairs' van Joseph Kosuth en 'L'Entrée de l'exposition' van Marcel Broodthaers. Concept inrichting museumzaal: Jacqueline Heerema; realisatie van de 'verrijking' van de objecten in de zaal door Jacqueline Heerema ism Arnoud Dijkstra, Duel, het Stadsmuseum en de bijdragen door schenkers en meesters.

Door de bijdragen van de 'meesters' krijgt de collectie Zoetermeer 2008 een kunsthistorische reflectie, en  haalt daarmee de eerdere aanname dat 'deze objecten geen kunsthistorische waarde hebben' min of meer onderuit.

Door de samenwerking van schenkers als deskundige ondeskundigen (zij zijn als bewoners dé experts in 'thuis in Zoetermeer') met externe experts(kunstenaars, schrijvers en wetenschappers) ontstaat een fascinerende dialoog in de Wonderkamer.

Wat gebeurt in de wonderkamer?

De rollen van publiek en museum zijn hier omgedraaid.

De rol van het publiek is de bewoner als expert in thuis in Zoetermeer. In een openbaar museaal proces ondervragen we: Wat is de collectie zoetermeer? Wat vinden bewoners belangrijk? Hoe ervaren we onze rol in de context van het ruime begrip cultuur?

We vragen externe experts de collectie te bekijken met publiek vanuit verschillende facetten: het naakte object, het sprekende object, de samenhang van deze objecten in objectspeeddaten en beyond the object. In het slotdebat komen de vragen aan de orde: Wat leveren deze spullen en verhalen op? Wat levert dit onderzoek op? Voor het publiek, de inwoners, het museum en de stad?

Wat levert het op als je als stadsmuseum ('een stadsmuseum in de Dorpsstraat'! Gerard Rooijakkers) de belevingswereld van je inwoners als onderzoeksterrein ziet? Wat is gebeurd in de ontwikkeling van Zoetermeer van dorp naar new town de afgelopen 50 jaar? Hoe ervaren we dat? Hoe voelt dat?

In tegenstelling tot historische onderzoeken kan je het nu aan de mensen vragen! Je bouwt hier in de Wonderkamer aan de geschiedenis van de toekomst.

Het gaat in de wonderkamer over verwondering, over zien en weten, herkennen wat en waarom je ziet en onderkennen dat je iets ziet en misschien niet weet wat je ziet.

Het gaat hier ook over construeren en manipuleren.  We creëren nu onze eigen geschiedenis. De collectie Zoetermeer wordt hier ondervraagt, door onze eigen zienswijzen bloot te leggen: hoe kijken we en waarom kijken we zo? Hoe gaan we om met elkaar? Hoe willen we graag met elkaar omgaan? Wanneer overstijgt iets een individueel belang en ontstaat een groter of ander belang?

Het gaat in de Wonderkamer ook over koestering! Onderkennen dat kleine dingen heel belangrijk zijn. Er is in de Wonderkamer ook geen hierarchie.

Wij zijn gewend om ons te verwonderen over (kunst)voorwerpen die ons vreemd zijn, maar hoe zit dat met de dingen die we elke dag om ons heen hebben?

 

Fase 1: Het naakte object

Wat zie je als je een object bekijkt?

Mmv Eric van Straaten, Kirsten de Vries, K.Schippers, Sjaak Langenberg

'Droge'  fotografie door amateurfotografen tijdens het fotoatelier door fotograaf Eric van Straaten  (zie ook: Bernd en Hilde Becher). Een 'Droste effect' ontstaat wanneer de fotograaf van het AD de amateurfotografen komt fotograferen.

De poëzie van de registatielabels na de openbare museale registratie door museumconsulente Kirsten de Vries van het Erfgoedhuis Zuid Holland en medewerkers van het Stadsmuseum.

Schrijver/dichter K. Schippers spreekt over het naakte object als 'de dingen hebben nog geen taal'.

Dat verwijst voor mij ondermeer naar Magritte 'Clef des Songes' en ander werk, en ik geloof dat  de schrijver Nescio in 'De nacht op de kale dwerg' scheef over de zonderling die zijn isolement tot uitdrukking bracht door de tafel stoel te noemen, de stoel kaars, de kaars de kast etc.

Tijdens zijn bijdrage 'Geschiedvervalsing' ondervraagt kunstenaar/ publicist Sjaak Langenberg de selectie door de schenkers en voegt zelf 'lost and found' toe aan de collectie. Found Footage is een bekende werkwijze voor veel kunstenaars en filmers.

Lees de tekst 'Het patatbakje dat iedereen overleeft' door Sjaak Langenberg.

Quote uit zijn tekst: 'Wat zeggen de spullen die hier bijeen zijn gebracht over Zoetermeer? Hebt u wel goed gekeken? Hebt u wel de juiste spullen naar het museum gebracht? U hebt mij inmiddels leren kennen als iemand met een gezond wantrouwen ten opzichte van begrippen als authenticiteit en identiteit. Maar ik ga de zaak nog meer compliceren. Ik heb namelijk niets met spullen en zeker niet met spullen in musea. Dat laatste heeft alles te maken met het feit dat ik er doelbewust voor heb gekozen om als kunstenaar niet binnen de muren van een museum, maar daarbuiten te werken. Uit onvrede met het traditionele expositiemodel, zocht ik de openbare ruimte op als mijn werkterrein. Met een mengeling van realiteitszin, absurditeit en humor probeer ik de functie en betekenis van kunst in de publieke ruimte steeds weer te verruimen. Door bewoners, gebruikers, bezoekers en deskundigen uit andere disciplines in de planvorming te betrekken hebben mijn projecten vaak een sociale dimensie. Ook al ben ik kunstenaar, ik associeer het museum dus niet als een plek waar ik thuis kom.'

Fase 2: Het sprekende object

Wat voegt een verhaal toe aan de beleving van een object?

Mmv André Koch, Adriaan Nette, Ann Meskens, Peter van Mensch, Tessa Luger, Arjen Kok

Over waardevolheid van dingen tijdens het atelier 'kijken en beschrijven' door kunsthistoricus André Koch. Hij vraagt alle schenkers 'vreemd te gaan': of ze een ander object dan hun geschonken object kunnen beschrijven.

De schenker die is 'getroffen is door de steen' beschrijft:

'Opvallen: de eenvoud, de kaalheid. Bevallen: de vorm. Gebruiksgemak: iets mee maken (verbinden). Ongemak: zwaar.

Materiaal: steen, poreus en grof. Met een steen kun je alles maken.

Steenworpafstand? Bouwsteen voor iets? Cement (specie voor verbinding?). Hoeksteen van de samenleving? Huis=Thuis=Thuisgevoel?'

Er ontstaat een 'ring van betekenissen' tijdens het atelier door kunstenaar/performer Adriaan Nette. Hij verhaalt over 'terra incognita' en het ontstaan van wonderkamers of rariteitenkabinetten toen de VOC-schepen voor ons onbekende voorwerpen en producten meenamen en de rijken naturalia gingen verzamelen om aan hun vrienden, wetenschappers en kunstenaars te tonen.

Ik bedenk dat wij gewend zijn om ons te verwonderen over (kunst)voorwerpen die ons vreemd zijn, maar hoe zit dat met de dingen die we elke dag om ons heen hebben?

Adriaan: ' Zoetermeer als 'terra incognita', als onontgonnen terrein.'

De filosoof Leibniz noemde het 'Plus Ultra, de onbeperkte verzameling'. Of, zoals Adriaan in de Wonderkamer zegt:

'Zoetermeer valt hier samen. De dingen doen zich anders voor als wat ze zijn: Zie ik wel wat ik zie?'.  Een schenker vult aan met 'illusionaire waarnemingsvervalsing'. Adriaan: 'Door wat we zien, zien we wat ontbreekt'.

De relatie mensen en dingen in de filosofische traditie in de masterclass Lief Ding door de Vlaamse filosofe Ann Meskens.

Ann kantelt de verwachting door woorden aan voorwerpen te verbinden, woorden die je gebruikt bij de omgang met mensen: Lief Ding, Stoute Tafel, Trieste Kast. 'Zonder verankering gaan dingen verloren in materialiteit'. Als filosoof oefent zij zich om dicht bij de dingen te zijn.Haar fascinaties vormen een mooie verbinding dwars door de Wonderkamer: 'K.Schippers is de grootste Tati van mijn leven.' En met haar voorbeeld van psycholoog/snoopoloog Sam Gosling  die vanuit voorwerpen iemands persoonlijkheid kan vaststellen maakt ze een mooi bruggetje naar het werk 'verruil je huisleutel voor een sterk verhaal' dat Sjaak Langenberg vertelde tijdens zijn bijdrage aan de Wonderkamer.

Lees hier het verhaal.

Peter van Mensch, museoloog over Wat is een object?

In hoeverre is wat wij waarnemen (in een museum) een gemanipuleerde representatie? Wat is authentiek? De transformatie van het object in de Wonderkamer komt tot uitdrukking in de uitroep: 'niet aankomen!'. De schenker heeft het object misschien meegenomen in een plastic tas van de AH, maar op het moment van overdracht aan het museum komt alleen de conservator nog met witte handschoenen aan het object. Het object transformeert van maker/idee naar eigenaar/idee naar conservator/idee (musealisering) als museumvoorwerp naar bezoeker/idee: de bezoeker creëert een eigen conceptueel object.

De uitspraak van Peter 'een tijger in een museum is een tijger in een museum en geen tijger' doet mij denken aan de actie van Joseph Beuys 'I like America and America likes me' (1974). Hij weigerde elk contact met Amerika en sloot zich 3 dagen op met een levende coyote.

Tessa Luger en Arjen Kok van het ICN (Instituut Collectie Nederland, het kennisinstituut voor roerend cultureel erfgoed). Op het moment van musealisering krijgt iets van persoonlijke waarde een culturele waarde. Waarde en waardering is een proces. In de Wonderkamer is sprake van een erflater (de schenker) en een erfgenaam (het museum). In een niet eerder gedaan experiment worden in de Wonderkamer schenkers als erflaters gekoppeld aan publiek als erfgenaam/conservator van het museum. Met een waardematrix wordt aan een aantal geschonken objecten een kwalificatie van waarde toegekend. Het object is belangrijk als drager van een persoonlijke geschiedenis. Wat is de kernwaarde?

Arjen: 'Realiseer je dat het collectief geheugen verandert omdat de betekenis voor volgende generaties kan veranderen.'

Er kan een kernwaarde worden toegevoegd aan 1 van de objecten in de Wonderkamer, de linosnede van het boothuis: pioniersgeest! Het initiatief van toen nieuwe bewoners van new town Zoetermeer om samen een boothuis aan een plas te beginnen is een mooi voorbeeld van ongeplande stadsontwikkeling.

Intermezzo:

studenten van de Reinwardt Academie voor museologie (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten) bezoeken de Wonderkamer in het kader van hun minor publieksparticipatie.

Het Stadsmuseum geeft een presentatie over 'gekoesterde vrijwilligers' en ik geef een lezing over de rol van kunst + musea, ondermeer over Museum Oostwijk en de Wonderkamer.

Nico Halbertsma, hoofddocent publieksbegeleiding mailt: 'al weer een week geleden dat we in Zoetermeer waren. Volgens de studenten het beste werkbezoek van dit hele blok en ondanks het wat tegensputteren van die Gijs, het meest vernieuwende museum dat ze kennen en waar (volgens de studenten) sprake is van echte participatie!'

Leontien van Mensch, docent erfgoedtheorie en ethiek, zet op het studentenblog: ' Ik vond het spannend juist in Zoetermeer nog eens na te denken over representatie en participatie. Ik wilde jullie een beetje "wegvoeren" van het idee dat representatie en participatie altijd gaat en zelfs moet gaan over "de excluded" (minderheden en lager opgeleiden binnenhalen in het elitaire instituut museum en daarmee voor mij althans helaas vaak te political correct - lees opportunistisch - en dus oninteressant). Representatie en participatie in Zoetermeer gaat over het betrekken van je publiek in het fundamentele proces van musealiseren en in het "werken achter de schermen" (de buik). Kortom de museologische processen zichtbaar maken en daar in te laten participeren. Van je bezoekers actieve gebruikers maken waardoor de tentoonstelling als proces een representatie is van betekenisgeving door de gemeenschap zelf. Het museum neemt vooral de rol in van de facilitator. Dit sluit naadloos aan bij het nieuwe idee van de erfgoedprofessional. Samenwerken met de "bezoeker 2.0" en andere actoren in de gemeenschap (amateur fotoclubs/ amateur historici e.d.) is in feite de geïntegreerde niet instellingsgebonden benadering en daarmee werkt Zoetermeer sterk met het concept van de culturele biografie. De reflexieve houding als instelling op je zelf als museum en je facilitaire rol met je "community" in het proces van musealiseren en daarmee in betekenis (identiteit) is vernieuwend en niet met overigens bijzonder goede initatieven als "geheugen van Oost" te vergelijken.'

 

Fase 3: Object-speeddaten

Wat vertellen de objecten in samenhang?

Mmv Ton of Holland, Marjan Teeuwen, Gerard Rooijakkers, Birthe Leemeijer

Tijdens het atelier 'objectspeeddaten' door kunstenaar/

tentoonstellingsmaker Ton of Holland ontstaan spontane assemblages met voorwerpen uit de 'Collectie Zoetermeer 2008.' Een tentoonstellingsmaker stuurt in de belevingswereld van de bezoeker. We zien allemaal iets anders, maar wat willen we zien?

' In hoeverre bepaal je als bezoeker wat en hoe je iets waarneemt en of je je laat leiden door de ontwerper?'

'Volgestouwde ruimtes, voortwoekerende stapelingen' door beeldend kunstenaar Marjan Teeuwen. Zij vertelt over het leren zien van kleine onbeduidende dingen en ging schilderen met spullen.Spullen zijn geïnfecteerd met mensen. Ze kiest spullen omdat die een enorme binding hebben met mensen. En iedereen gebruikt in zijn leven ongelooflijk veel spullen. De geschiedenis van mensen zit vervat in spullen.

Dat doet me denken aan de werken van Allan McCollum.

De autonome foto's die Marjan maakt van haar installaties zijn geen registratie, ze heeft de beelden gemanipuleerd.

Ze toont wat je ziet als je oog gedwaald heeft.

Identiteit en mythevorming door entoloog Gerard Rooijakkers.

Gerard Rooijakkers is specialist in onze dagelijkse cultuur, kortom de verwondering over hetgeen waarmee je dagelijks omringd bent en deel van bent. Over naturalia en artefacten.

Gerard spreekt over de museologische breuk in deze Wonderkamer! Waar in de oorspronkelijke Wunderkammer en rariteitenkabinetten naturalia (organisch materiaal zoals planten, dieren, maar ook lichamelijke resten) werden verzameld en getoond, bestaat deze wonderkamer uit artefacten (door mensen gemaakt).Het Stadsmuseum had bij het inzamelen van alle schenkingen alle selectiecriteria losgelaten en als beperkingen meegegeven dat de schenkingen niet organisch en niet aanstootgevend mochten zijn.

Hij noemt het museum een ritueel depot, een werkplaats van het geheugen. We spelen voortdurend het spel van tonen en verhullen. Hij gaat verder over ‘ Keeping while giving’: de schenkers hebben afstand gedaan van hun object met het idee dat het toch van hun blijft want het is deel geworden van de collectie van het Stadsmuseum en daarmee hun object deel geworden van het collectief geheugen. Schenkers hebben geen werkelijke afstand gedaan van hun object. Gerard spreekt ook over het spel van tonen en verhullen dat we dagelijks spelen.

Dat sluit goed aan bij de bijdrage van kunstenaar Birthe Leemeijer: 'Wanneer een object een kunstwerk wordt / wanneer een kunstwerk geen object heeft'.

Zij laat 2 interviews over haar werk horen: het eerste interview gaat over 'De Ruil'. Het 2e interview over het werk 'Ik laat u het mooiste zien dat ik ken'.

Over ons vermogen met terugwerkende kracht objecten een lading te geven die boven het functionele uitstijgt. En wat heeft waarde en in hoeverre kun je dat in geld uitdrukken of verhandelen. 


Fase 4: Beyond the object

Leiden de objecten uit de Collectie Zoetermeer 2008 tot een nieuw verhaal over de stad?

Mmv Michelle Provoost, Max Meijer, Pieter Smit, Peter van Mensch.

Michelle Provoost is architectuurhistorica en directeur van het onlangs geopende International New Town Institute (INTI) in Almere.

Zij zal een toelichting geven over het volwassen worden van New Towns en geplande en ongeplande stadsontwikkeling.

Het slotdebat wordt geleid door Max Meijer van TiMe Amsterdam.

Tijdens het slotdebat komt alles wat nog niet over de Collectie Zoetermeer 2008 is gezegd aan de orde. Het Stadsmuseum stelt in de Wonderkamer vragen die vele musea bezighouden, maar die al te vaak niet hardop gesteld worden; vragen naar de rol van publiek, representatie, samenstelling en samenhang van de collectie. Wat heeft deze intrigerende zoektocht naar de positie van een museum, zijn collectie en de relevantie daarvan voor de stad opgeleverd?

 

Het hele project van de Wonderkamer wordt gevolgd door kunstcritica Annelieke van Halen voor het Domein voor Kunstkritiek. Tijdens het slotdebat worden door radiomakers Tjitske Mussche en Laura Stek opnamen gemaakt.

 

Met dank aan de Mondriaanstichting, Fonds 1818, gemeente Zoetermeer.

Ontwerp affiche: Duel. www.studioduel.nl

Beeld voorzijde: 'Afdruk van afwezigheid', Duel/Heerema

Stadsmuseum Zoetermeer